Nieuwe praktijkrichtlijn schept duidelijkheid
Ondernemers sociëteit voedingsindustrie
B2B Communications
Wallbrink Crossmedia
Kijk ook eens op

Nieuwe praktijk­richtlijn schept duidelijkheid

  • 08 mei 2018
  • Door: Wouter Burggraaf , voorzitter werkgroep Hygiënische Perslucht

Wouter Burggraaf is eigenaar van hygiënisch adviesbureau Burggraaf & Partners, lid van het bestuur van EHEDG Nederland, lid van de community Safe Food Factory en voorzitter van de ad hoc werkgroep Hygiënische Perslucht.

Risico’s voor voedingsmiddelen komen vaak van buitenaf. Een mogelijk bron is perslucht. Het gebruik van perslucht is een technisch verhaal, vaak ondergebracht bij de technische dienst. Geen dagelijks kost voor de kwaliteitsdienst. Een bedrijf heeft daardoor niet door  waar (vervuilde) perslucht in contact komt met de voedingsmiddelen en waar dus risico’s liggen. 

Waardoor kan perslucht een risico vormen? Welke eisen moeten we stellen aan deze perslucht voor de diverse toepassingen? 

Functies perslucht

Perslucht wordt voornamelijk voor de bediening van kleppen of cilinders toegepast. Het kan echter ook direct of indirect in contact komen met voedingsmiddelen – soms zelfs als ingrediënt zoals bij consumptie-ijsbereiding of slagroom. In andere gevallen is het een hulpmiddel, bijvoorbeeld om bij 40 bar PET-flessen mee te vormen (blow molding), voor het wegblazen van ‘foute’ chips of frietjes, oppakken van product (pick & place), pneumatisch transport, koelen van product na bakken, droogblazen en schoonblazen van snoep en schillen van groente. 

Nieuwe praktijkrichtlijn

Onder voorzitterschap van Safe Food Factory is in samenwerking met enkele gerenommeerde leveranciers van persluchtapparatuur in Nederland drie jaar gewerkt aan een praktijkrichtlijn over Perslucht, die donderdag 31 mei bij het ROVC in Ede in een seminar gepresenteerd wordt. Safe Food Factory stelde al eerder een vergelijkbare praktijkrichtlijn op, waarbij het probleem met betrekking tot hygiënische bekabeling industriebreed is aangepakt. De uitkomsten van deze integrale aanpak worden momenteel geïmplementeerd bij Danone (de nieuwe babymelkpoederfabriek in Cuijk), FrieslandCampina, Aviko (aardappelproducten), Vion (vleeswaren) en Aviateur (bakkerij).

Expertise

De werkgroep Hygiënische Perslucht heeft 15 leden; van compressor- en filterspecialisten tot installatiebedrijven en schoonmaak- en hygiënespecialisten. In totaal zat meer dan 350 jaar persluchtervaring aan tafel – en dat leverde boeiende discussies en feiten op. Zo werd besproken hoe logisch het is, maar hoe onverstandig het kan zijn, om een vrachtwagen te legen met de compressor van de wagen zelf, waarbij deze mogelijk uitlaatgassen aanzuigt en met het product mengt. 

Do’s & don’ts

Voor de eisen aan perslucht t.a.v. voedselveiligheid wordt wel verwezen naar de BCAS Best Practice Guideline 102 Food and Beverage Grade Compressed Air, opgesteld door het Brits genootschap van leveranciers van persluchtapparatuur. Eén van de leden van de werkgroep vertelde dat bij het opstellen daarvan het belang van de leveranciers soms sterk meewoog. Een reden om het werk opnieuw te doen en met behulp van een uitgebreide risicoanalyse een objectieve afweging te maken voor de do’s & don’ts van perslucht waarbij de voedselveiligheid echt centraal staat.

Normen

De praktijkrichtlijn begint met een overzicht van de geldende en relevante wetteksten, officiële normen en overige praktijknormen waaronder BRC, IFS en ISO/TS22000. Verder is het complete persluchtsysteem uitgewerkt: compressoren, blowers, olie- en waterafscheiders, luchtdrogers en distributie- en filtersystemen. Van aanzuiglucht tot aan verbruikspunt worden de onderwerpen belicht, risico’s genoemd en beheersmaatregelen en ontwerpcriteria voorgesteld. De lijst van mogelijke contaminanten is lang – en afhankelijk van gekozen apparatuur en filtermateriaal. 

Bevindingen in de praktijk

Een aantal voorbeelden: microbiële besmetting bij de waterafscheider; biofilmvorming in leidingen; inlaatfilters vervuild en besmet. Van filters wordt een perfecte werking verwacht, maar koolstoffilters houden niet alle geuren tegen, hebben een beperkte levensduur en moeten tijdig vervangen worden. Een pluspunt is dat bepaalde synthetische smeeroliën in een oliegesmeerde compressor juist sommige vluchtige componenten uit de perslucht kunnen binden. Daartegenover staat dat de Amerikaanse wetgeving ten aanzien van food-grade smeermiddelen voor middelen van minerale oorsprong een te hoge PCB-waarde toelaat. Bij perslucht kan dit tot ontoelaatbare hoge concentraties leiden. Langdurig onbelast draaien van luchtcompressoren leidt tot hogere temperaturen en de mogelijkheid dat vet uit lagers in de perslucht komt. Verrassend genoeg ook bij zogenaamde olievrije compressoren. Fijnstof is een onderschat probleem: niet in het kader van voedselveiligheid, maar voor de medewerker. Lokaal kan de fijnstofnorm overschreden worden. 

Gevaren

In totaal zijn 7 bronnen met potentiele gevaren geïdentificeerd:

  • Aangezogen omgevingslucht

  • Aanzuigfilter – luchtinlaatfilter

  • Luchtcompressor (of blower) olievrij – olie- en watergesmeerd

  • Natte luchtbuffer (waterafscheider)

  • Droger

  • Filter

  • Opslag en Distributie

De geïdentificeerde gevaren zijn o.a. 

  • Micro-organismen

  • Ongedierte

  • Waterdamp en condensaat

  • Oliedamp en vloeibare olie

  • Koolwaterstoffen (w.o. PAKs en PCBs)

  • (Onaangename) geur- en smaakstoffen

  • Chemicaliën

  • Omgevingsvuil

  • Stof (van filtermateriaal)

  • Fijnstof

  • Voedingsstoffen

  • Koelwater (lekkage)

  • Kunststofdeeltjes (en andere slijtdelen)

Bij installatie/uitbreiding en onderhoud komen daar nog fysische verontreinigingen en onverwachte chemische en andere verontreinigingen bij. In de praktijkrichtlijn worden van deze mogelijke bronnen risicoanalyses gemaakt en oplossingsroutes aangegeven. De werkgroep heeft waar mogelijk en nodig praktijkmetingen bij voedingsmiddelenbedrijven uitgevoerd. Ten slotte is de praktijkrichtlijn voorgelegd aan een tiental voedingsmiddelen-bedrijven ter beoordeling, om zo een zo breed mogelijk draagvlak te creëren en een document te hebben dat de gebruiker kan helpen een weloverwogen keuze te maken met betrekking tot voedselveiligheid, en de veiligheid voor de medewerker. 

Seminar

Tijdens het seminar op donderdag 31 mei bij het ROVC in Ede lichten de specialisten van de werkgroep ieder hun specifieke deel toe.

DE WERKGROEPLEDEN ZIJN (IN ALFABETISCHE VOLGORDE):
René Bakker, Hago Food & Industrie, Wouter Burggraaf, Burggraaf & Partners (voorzitter), Maurice van Dam, Parker Hannifin (later opgevolgd door Michael Matthijssen), Michael Evers, Niedax (secretaris), Jef Goossens, Boge Kompressoren B.V, Christoph Illing, Parker Hannifin, Henk Klein-Middeling, SMC Pneumatics BV, Gert-Han Konijn, SMC Pneumatics BV, Edwin Lamers, Bürkert, Koen Leeflang, Festo B.V., Michael Matthijssen, Parker Hannifin, Johan Nooijen, Geveke, Norbert Rozemeijer, Ants Technology & consulting B.V., Pieter van der Schepop, Fuchs Lubritech (ad hoc member), Herman Steen, Synamic, Martijn Visser, Adsensys B.V., Mark White, Parker Hannifin (ad hoc member)

www.safefoodfactory.com

Foto: Aanzuigplaats van ‘schone’ lucht. Hoeveel is niet tegengehouden? En wanneer wordt zo'n filter gereinigd of vervangen?

Bron: Beeld Risk: ©OLIVIER LE MOAL/SHUTTERSTOCK.COM